Aanraken is zetten, toch?

Moet de VAR (Video Assistant Referee), inmiddels niet meer weg te denken uit het voetbal, ook zijn intrede doen in het schaakspel? Bijvoorbeeld om te kunnen vaststellen of een speler een stuk doelbewust heeft aangeraakt – en er dus mee moet zetten?

De schaakwereld beleefde afgelopen week op hoog niveau iets wat in de toekomst wellicht kan uitgroeien tot een var-momentje. In de negende partij van de WK-tweekamp tussen Magnus Carlsen en Jan Nepomniatsjtsji (hierna gemakshalve te noemen Nepo) ging de hand van Carlsen op zet achttien naar Pf6. Hij raakte het stuk licht aan, liet het weer los en deed even later een pionzet (18. …, h7-h6).

Het leidde tot opwinding onder de commentatoren die live verslag deden. Was hier sprake van overtreding van ‘aanraken is zetten’, ´touch move´ in het Engels, een van de grondregels van het schaakspel? Of gold hier de uitzondering op de regel: het rechtzetten van een schaakstuk, mits van tevoren aangekondigd met ‘j’adoube’, of het Engelse ’I adjust’ of in het Nederlands ’ik zet recht’?

Videobeelden maken niet duidelijk wat de intentie van Carlsen was. Vermoedelijk heeft hij niets j’adoube-achtigs gezegd. Dat verklaart nog niets, want Nepo zat op dat moment niet op zijn stoel. Waarom zou je iets zeggen tegen iemand die er niet is?

Na aanraking van Pf6 maakte Carlsen een handgebaar, waarmee hij leek te willen uitdrukken dat hij niet de intentie had om een paardzet te doen maar alleen wilde rechtzetten. Hij deed dit ná aanraking, terwijl een speler die een stuk wil rechtzetten geacht wordt dit vóóraf kenbaar te maken.

Zo staat het geformuleerd in het spelregelboek van de FIDE:
Article 4: The act of moving the pieces
4.2 Provided that he first expresses his intention (for example by saying „j’adoube“ or “I adjust”), the player having the move may adjust one or more pieces on their squares.

Dit laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Heeft Carlsen hieraan voldaan? Onduidelijk is dus of hij vooraf iets heeft gezegd.  Op camerabeelden  zijn geen lipbewegingen te zien mogelijk doordat hij een hand voor zijn mond hield. Het handgebaar wijst mogelijk op rechtzetten, maar dan was de volgorde fout: na aanraking in plaats van ervoor zoals voorgeschreven.

 Het typische (universele?) handgebaar is misschien  ook op te vatten als een verkapte schuldbekentenis, in ieder geval als een natuurlijke reflex in reactie op plotselinge bewustwording van een hachelijk moment. Nakamura maakte in een vergelijkbare situatie  vrijwel hetzelfde gebaar (zie verderop).

Was er overigens reden voor het rechtzetten van Pf6? Naar mijn mening niet, uiteraard is de gevoeligheid of een stuk op de juiste plek in het vak staat subjectief. De positie van Pf6 veranderde in mijn ogen overigens niet veel door de rechtzetactie van Carlsen.

Had hij dan toch de intentie om een zet met Pf6 te doen? De beelden wijzen er niet duidelijk op. Vergelijk het maar met de partij Aronian-Nakamura, waar geen enkele  twijfel mogelijk is.

Na afloop van de partij zei Carlsen op de persconferentie dat er niets vreemds was gebeurd. Hij vond dat een journalist met betere vragen moest komen (‘do better’).


Letterlijk zei de wereldkampioen:
 ,,Not this again. “This happens in every single world championship match. Clearly some pieces are adjusted and it’s with no intent to move. Do better.”
Uiteraard werd er veel over het bijzondere voorval (na)gepraat. De bewering van Carlsen op de persconferentie  dat zoiets schering en inslag tijdens WK-matches is lijkt mij onjuist.
Ik mengde mij in de discussie die op schaaksite.nl over het voorval werd gevoerd met de volgende bijdrage:

Ik denk niet Carlsen de intentie had het paard te spelen.

Ik denk niet dat Carlsen de intentie had het paard recht te zetten.

Ik denk niet dat het nodig was het paard recht te zetten.

Ik zie nauwelijks verschil tussen plek paard op veld f6 voor en na de aanraking.

Ik vind het afblaffen van een journalist op de persconferentie door Carlsen een wereldkampioen onwaardig.

Ik denk dat Carlsen iets heeft recht te zetten.

De eerste twee gedachten suggereren dat Carlsen eerder ‘iets overkwam’ dan dat hij ‘’bewust iets deed’. Hiermee begeven we  ons op het terrein van de neurologie/psychologie en dat is zeker voor leken een glibberig pad.

Dimitri Reinderman zette het Touch Move-onderwerp op schaaksite met de vraag:  ‘Had de arbiter moeten ingrijpen?’
De vraag is niet goed  geformuleerd, zeg ik met de kennis van nu. De kernvraag is volgens mij: had Nepo kunnen claimen dat Carlsen op zet 18 een zet met Pf6 had moeten uitvoeren? En daaraan gekoppeld: had de arbiter de claim moeten toewijzen als was komen vast te staan dat een tijdig uitgesproken j’adoube achterwege is gebleven? Het ‘geval Carlsen’ lijkt mij lastiger te beoordelen dan het ‘geval Nakamura’.
Nepo had overigens maar één moment om te claimen: voordat hij zelf de negentiende zet zou doen, of ook maar een stuk zou aanraken. Zie:

4.7 A player forfeits [verliest] his right to a claim against his opponent’s violation of Article 4 once he deliberately touches a piece.

In Aronian-Nakamura, kandidatentoernooi  2016 in Moskou, leidde de  door de arbiter opgelegde verplichting om met het aangeraakte stuk  te spelen, na een claim van Aronian,  tot een verloren stelling. Enkele zetten later moest Nakamura inderdaad opgeven. Zonder de verplichting om met Kg7 te spelen was de stelling waarschijnlijk  remise te houden geweest.

Als Carlsen met het aangeraakte paard had moeten zetten, was hij vanuit gelijke stand ook  in het nadeel gekomen. De computerevaluaties voor vier denkbare mogelijkheden variëren van plus 1,5 tot plus 2,5 voor wit. 

De rol van de arbiter is in het schaken anders dan bij het voetbal. De voetbalscheidsrechter wordt geacht te fluiten als hij een overtreding ziet. Voor de schaakarbiter is het reglement wat ingewikkelder, juist op het gebied van eigenmachtig optreden.

Weliswaar:
13.1 The arbiter shall see that the Laws of Chess are strictly observed.

Maar:
13.6 The arbiter must not intervene [ingrijpen] in a game except in cases described by the Laws of Chess. (….)

Op grond hiervan concludeer ik dat de arbiter bij Nepo-Carlsen zonder claim niet had moeten ingrijpen.
Of hij een eventuele  claim van Nepo had moeten toewijzen? Misschien, maar het is veel minder duidelijk dan bij Aronian-Nakamura.
Misschien geldt hier de wijsheid van een voetbaldeskundige die over een mogelijke overtreding in het strafschopgebied zegt: ‘Volgens mij is het geen penalty, maar ja de scheidsrechter kan hem geven’.
 Er lijkt mij wel meer grond voor toewijzing van de claim dan afwijzing.
Het Nepo-Carlsen-incident, voor zover er al sprake van was,  eindigde snel, nadat  de uitdager weer achter het bord plaatsnam en een zet uitvoerde.
Geen claim ingediend, dus geen incident (meer). Terwijl het voorval wel vragen blijft oproepen.
Ten slotte nog dit: de FIDE-spelregelparagraaf heeft interessante inleidende woorden:
The Laws of Chess cannot cover all possible situations that may arise during a game, nor can they regulate all administrative questions. Where cases are not precisely regulated by an Article of the Laws, it should be possible to reach a correct decision by studying analogous situations which are discussed in the Laws. The Laws assume that arbiters have the necessary competence, sound judgement and absolute objectivity. Too detailed a rule might deprive the arbiter of his freedom of judgement and thus prevent him from finding the solution to a problem dictated by fairness, logic and special factors. FIDE appeals to all chess players and federations to accept this view.

Samengevat: niet alles is in regels te vangen. Geef verstandige arbiters de ruimte om te handelen naar bevind van zaken, rekening houdend met vergelijkbare zaken.
Prima uitganspunt wat mij betreft.


Ik stel me nog  wel de vraag wat ik zelf zou hebben gedaan bij een vergelijkbare Pf6-aanraakactie van mijn tegenstander.
Ik denk dat ik onmiddellijk zou zeggen: ,,Je hebt  Paardf6  aangeraakt!” Maar wat als mijn opponent dan zegt: ,,Zonder intentie om te zetten, alleen maar rechtgezet. Carlsen doet het ook. Het komt in elk wereldkampioenschap voor.”
Tja.
Dit sterkt mij in de overtuiging dat Carlsen niet zozeer iets fout heeft gedaan in de partij, maar wel op de persconferentie na afloop.  Hierdoor hangt er nu wellicht mist boven de belangrijke spelregel Aanraken is Zetten.

Voor alle duidelijkheid: Carlsen is een voorbeeldig wereldkampioen en een groot sportman en rolmodel voor de schaakwereld.

Met zondigen tegen Aanraken is Zetten kan een speler geen schaaktechnisch  voordeel behalen. De beste zet in een stelling wordt immers niet beter als je eerst andere stukken aanraakt. Het gaat hier om de irritatiefactor. De regel is ingevoerd om te voorkomen dat een tegenstander uit zijn concentratie wordt gehaald doordat de andere speler  steeds maar een ander stuk beetpakt, voordat een zet wordt gespeeld.

Dat willen we niet.

Bij online schaken kun je nog wel een andere zet spelen als je met een muisklik al een stuk (maar nog niet het bestemmingsveld)  hebt aangeraakt. De andere speler ziet het immers niet, dus de irritatiefactor ontbreekt.

Wim van der Wijk

Magnus Carlsen’s controversial touch move – YouTube

Round 6. Touch Move in game Aronian-Nakamura – YouTube

2 gedachten over “Aanraken is zetten, toch?”

  1. Op de scheidsrechterscursus (van Geurt Gijssen), werd mij verteld dat het WK-schaken ideaal was voor een wedstrijdleider, want er is maar één bord die je in de gaten moet houden, in tegenstelling tot toernooien waar enkele wedstrijdleiders soms wel 100 borden in de gaten moeten houden. Geurt was zelf wedstrijdleider bij enkele WK-matches tussen Kasparov en Karpov. In één van de partijen greep Geurt direct in toen Kasparov vergat zetten te noteren (na een blunder van Karpov), en zei dat Kasparov moest noteren. Ik ben benieuwd wat hij van deze situatie vindt.
    Bij HSG zou ik zelf wel ingrijpen in bovenstaand geval (als ik het zou zien), tenzij ik gehoord zou hebben dat een stuk wordt rechtgezet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *