Column: grootmeesterlijke statistieken
Vraag A: Welke club wordt kampioen van Nederland?
Antwoord: Het team met de meeste grootmeesters.
Vraag B: Welke club eindigt onderaan in de Meesterklasse?
Antwoord: Het team met de minste grootmeesters.
Er zullen wellicht jaargangen zijn waarin beide antwoorden juist waren, maar in het afgelopen seizoen was dit niet helemaal of beter gezegd helemaal niet van toepassing. Het team dat het vaakst een grootmeester opstelde, werd niet kampioen, maar degradeerde als nummer 10: HSG.
Misschien een mooi onderwerp voor sportpsychologisch onderzoek: waarom degradeerde HSG, het team met de meeste grootmeesters? Het antwoord moet natuurlijk gezocht worden in het totaalplaatje van het team dat een mix was van titelhouders en dappere amateurs. De laatsten waren niet sterk genoeg voor de Meesterklasse en dat gold nog meer als er invallers nodig waren. Kennelijk was de kwestbaarheid de dominante factor, niet de grootmeesterlijke vuurkracht.
Toch was ik niet de enige die aan het begin van het seizoen dacht dat dit team zich ondanks de kwetsbaarheid aan de lagere borden zou moeten kunnen handhaven.
Marktconform
HSG stelde 29 keer een grootmeester op, dat betekent dat gemiddeld 1 op de 3 borden door een grootmeester was bezet, voor de Nederlandse Meesterklasse was dit het afgelopen seizoen een luxe. De performance van de HSG-grootmeesters is globaal �marktconform� te noemen. De GM-inzet leverde 19 punten uit 29 partijen op, vergelijkbaar met de prestaties van hun collega�s bij Voerendaal: 17,5 uit 27 en Groningen: 19 uit 28.
HMC Calder was bijzonder effectief met zijn GM�s: 8 uit 10! Utrecht deed het ook goed met 7,5 uit 11. BSG kan ook dik tevreden zijn over zijn enige GM: 5,5 uit 8. De GM-score bij SO Rotterdam oogt wat bleekjes: 8,5 uit 17.
Samenvattend zou je kun zeggen dat de score van de GM�s van HSG goed was, maar gelet op de bijzondere omstandigheid van ernstige kwetsbaarheid niet goed genoeg. Over de amateurs kun je hetzelfde zeggen: er werden wel degelijk hele en halve punten gesprokkeld, maar ook hier geldt: niet genoeg.
Het zat er wel in, maar het kwam er niet uit.
Interessant is de vraag wat onbalans doet met een team: misschien speelt iedereen (zelfs de professionals?) in zo�n situatie extra onder druk? Dit kan prestaties negatief be�nvloeden.
Zachte landing
Hoe het ook zij, HSG kan beter vooruitkijken dan terugblikken. We zijn weer een stap verder:
– 2010-2011 was het seizoen van de eenzame hoogte, het vierde landskampioenschap van een topzware club.
– 2011-2012 was het seizoen van de vrije val, enorme turbulentie, degradatie HSG 1, HSG 2, HSG 3.
– 2012-2013 moet het seizoen worden van de zachte landing. Het verlies door het vertrek van de sponsor is na 1 jaar nog niet volledig verwerkt, de scherpe kantjes zijn er wel van af.
Daarna zal het fundament zijn verstevigd en de basis verbreed. HSG kan er dan weer zo�n 125 jaartjes tegenaan.
Wim van der Wijk