Hoofdstuk 2 – Hoezo een deftige club?

Adri Plomp ontrafelt mysterie oprichters HSG

In de zomer van 1886 deden Jacob Peet en zijn vijftienjarige zoon Jan mee aan de Bondswedstrijden in Utrecht. Daartoe moesten zij lid worden van de Nederlandsche Schaakbond, en dus prijken zij op de ledenlijst van de bond, afdeling Utrecht.
In de eerste maanden van 1887 organiseerde  Jacob Peet een schaakconcours met zeventien deelnemers, die wekelijks in Hotel Gooiland een partij speelden. Dat smaakte blijkbaar naar meer. En zo ging Peet in het najaar zijn schaakvrienden langs om ze over te halen met hem het Hilversumsch Schaak Genootschap op te richten.
Wie waren de oprichters van HSG? In het HSG-jubileumboek van 1962 gaf Feenstra Kuiper een lijst uit het Jaarboek van de Nederlandse Schaakbond uit 1891. Dit betrof echter de leden van de afdeling Hilversum van de bond. In het jubileumboek van 1987 werd deze lijst gemakshalve overgenomen als ledenlijst van HSG.

De lijst van 1891:

Alders; E. Brandsma; L.G.J. Felix; N.J.H. van Groenendaal; J.A. Ledel (Bussum); N.W. van Lennep (’s-Graveland); Jacob Peet; Jan H. Peet; J.H. Veen; G.J. Vuurmans; A.G.L. Westenberg.
Brandsma, Felix, Van Groenendaal, Ledel en Westenberg waren geen oprichters van HSG. Van Lennep was op dat moment nog helemaal geen lid van HSG.
Maar wie waren wel de echte oprichters? Was het wel zo’n deftig gezelschap als dikwijls werd aangenomen? In ‘Wij in Hilversum’ (1962) schrijft M.H.M. Ros over hen: “De eerste leden van de vereniging die nu op 28 september haar 75-jarig bestaan viert, waren stuk voor stuk deftige heerschappen, met negentiende-eeuwse knevels en snorrenbaarden, slobbroeken en hoge hoeden.”
Met de volharding van een goede detective, gebruikmakend van notulen- en kasboeken, bracht Adri Plomp de waarheid dichterbij.

Enkele achtergronden:

  1. Omstreeks 1887 was Hilversum relatief klein en in opbouw.
  2. Er bestonden vrij grote standsverschillen: keuterboertjes, arbeiders, middenstanders, villabewoners.
  3. Het verenigingsleven werd vooral opgebouwd door katholieke (en protestantse) middenstanders.

De oprichters van HSG waren vooral jonge ondernemers, middenstanders, de gemiddelde leeftijd was ruim 27 jaar. Een aantal van hen deed goede zaken en een aantal nieuwe welvarende inwoners van Hilversum werd lid, zoals B.W. Blijdenstein. Dus werd HSG pas gaandeweg een rijkere en meer deftige club.
De oprichters:

Jacob Peet (geb. 1831) was in 1887 56 jaar oud. Hij nam het initiatief tot de oprichting van HSG, hij was tevens de eerste voorzitter. Zie hoofdstuk 3.

Johannes Hendricus de Ruwe (geb. 1863), onderwijzer. Hij zou later een belangrijke rol spelen in de schaakwereld. Zie hoofdstuk 7.

Jan Boerhout (geb. 1863) was de eerste secretaris van HSG. Wat zijn  betekenis voor de Hilversumse gemeenschap betreft, is hij vergelijkbaar met Jacob Peet. Hij was ruim dertig  jaar jonger (24 jaar), Nederlands hervormd en banketbakker van beroep. Hij was een redelijk sterke schaker, won het Gooiland-toernooi in 1887 en kan  beschouwd worden als de eerste schaakkampioen van Hilversum. Hij grossierde in nevenfuncties en zat van 1914 tot 1919 in de gemeenteraad. Daarnaast was hij vooral bekend door literaire activiteiten. Zo was hij een van de samenstellers en auteurs van het grote gedenkboek Hilversum 1424-1924. Ook schreef hij in de jaren 1923 tot 1930 vrijwel wekelijks kronieken op rijm voor de krant onder het pseudoniem Jacob Cats’ neef.
En…. hij is in 1955 opgenomen in het Gulden Boek van de gemeente Hilversum.

Jan Veen was de eerste penningmeester van HSG en zoon van de eigenaar van Hotel Gooiland, Steven Veen. Hij bleef penningmeester tot 1892 en al die tijd hoefde HSG geen zaalhuur te betalen.

Cornelis Vuurmans (geboren 1828) was zelfstandig koperslager. Hij werd regelmatig clubkampioen, en moest alleen in Jan Peet zijn meerdere erkennen. Hij verzorgde na Jacob Peet de schaakrubriek in De Gooi- en Eemlander.

Johannes Hermanus Peet (Jan, geboren 1871) was met zijn zestien jaar de jongste oprichter. Hij werkte in de slagerij van zijn vader. Hij behoorde al snel tot de sterkste schakers van HSG. Jan Peet werd in de periode 1888-1922 dertien keer clubkampioen. In 1923 verhuisde hij naar Den Haag en werd lid van schaakclub DD.

Johann Gerhardt Nierman (geboren 1870). Hij  is de kleinzoon van Johannes Bernardus Gerardus Nierman. Deze vestigde zich in 1859 met zijn gezin (zoon, twee dochters en een huishoudster) als ‘handelaar’ in Hilversum. Dochter Louise Maria trouwde in 1863 met Jacob Peet en dochter Elisabeth in 1867 met Johan Geradts. Nierman was een trouw lid, hij was penningmeester van 1901 tot 1919.

Petrus Johannes de Man (geboren 1870), behoorde met Nierman en Jan Peet tot de jongere oprichters. Hij was de zoon van een banketbakker en een buurjongen van Jacob Peet. Hij werd in 1893 benoemd tot penningmeester van HSG. In 1897 verhuisde De Man naar Rotterdam en werd daar actief lid van NRSV. Hij was een jongere broer van Johan P. de Man, de schenker van het kruis op de toren van de Sint Vitus.

Johannes Fredericus Hintzen (geboren 1855) was vanaf 1883 schoolhoofd van de ‘kosteloze’ school aan het Naardereind, dat later omgedoopt werd tot Schoolstraat. Op dezelfde school was De Ruwe onderwijzer. Hintzen was niet echt enthousiast voor het schaken en bedankte in 1897 als lid van HSG, na nog wel een jaar secretaris geweest te zijn.

Johannes Pompe (geboren 1859) was werkzaam als makelaar en had een banketbakkerij. Hij behoorde tot de zwakkere schakers, maar was HSG wel trouw tot hij in 1919 naar Baarn verhuisde. Hij was in het seizoen1892/93 penningmeester.

Alders (geboren 1838) en Gerard Peet (geboren 1865), de oudere broer van Jan, worden ook tot de oprichters gerekend. Zij speelden een bescheiden rol binnen het HSG. Alders was eigenaar van een groot schildersbedrijf en van een café.

Herman van Engen en Adri Plomp