Natuurlijk is het leuk om bij de stand 3,5-3,5 het beslissende punt te scoren. Zeker als je daarmee als team de koppositie in de 2eklasse SGS herovert. Zelfs de grote belangstelling (ben de tel kwijt geraakt van het aantal mensen dat om het bord stond) maakte me niet nerveus, maar was eerder een aanmoediging. En inderdaad, zoals Cees heel terecht opmerkte, speelde de afloop van de vorige week wel even door mijn hoofd. Dat geen tweede keer!
Volgens Cees kwam ik ergens, op zoek naar de matcombinatie, een stuk achter tegen een paar pionnen. Ik vergeef het mijn captain graag dat hij in de zenuwen van het moment de stukken niet meer bijgehouden heeft. Sterker nog, er was een heel kort moment achter het bord dat ik hetzelfde dacht! Maar in de afwikkeling bleek ik onderweg ook een kwaliteit te hebben gewonnen, zodat de verhouding twee stukken tegen toren en twee pionnen was. Wel had ik tijdens het vervolg wel het gevoel dat de afwikkeling een stuk beter had gekund, zodat de winst sneller was gekomen. De volgende dag kon ik de verleiding dan ook niet weerstaan om Fritz te raadplegen. En zoals Martijn Benschop me zeker een paar keer heeft verzekerd: “ook al denk je een leuke partij gespeeld te hebben, achteraf blijkt wat voor prutser je eigenlijk bentâ€. En hij heeft volkomen gelijk! Ik blijk onderweg wel drie keer eerder de winst volledig gemist te hebben. Twee maal heeft de tijdnood daarbij zeker een rol gespeeld. En ach, een zet of vier, vijf diep iets missen mag als je een 1700-speler bent, toch? Ik wil hem jullie toch niet onthouden, instructief is het (voor mij in ieder geval) wel!
Martin Koekkoek