HSG speelde afgelopen zaterdag de laatste ronde van het seizoen in de 3e klasse C van de KNSB tegen een tegenstander met de langste naam uit de competitie: “Dierenkliniek Zuiderkaag MACh”, maar dat is alleen maar voor de sponsor, want eigenlijk heten ze kortweg “Magnus”.
Voor beide ploegen stond er niets meer op het spel: geen kampioenschap en geen degradatie. Zoals ik al 40 jaar lang hoor bij dit soort schaakwedstrijden, spelen we dan om ‘des keizers baard’. Op de website //onzetaal.nl/taaladvies wordt ingegaan op de oorsprong van deze zegswijze en komen ze via het Duits um des Kaisers Bart streiten, wat een verbastering zou kunnen zijn van um den Geissenbart streiten (dus om de ‘baard’ van een geit). In het Latijns: lana caprinia rixari (‘ruziemaken over geitenwol’), hetgeen weer sloeg over de nutteloze discussie of je geitenhaar ‘wol’ zou mogen noemen. Een discussie over ‘niets’ dus.
Een andere verklaring gaat wél uit van de baard van een keizer: als je speelde om des keizers baard, speelde je om iets wat geen enkele reële waarde had. Gesteld dat het om een echte keizer ging in deze uitdrukking, welke zou het dan zijn? De witte baard van Karel den Groote of de rode van Frederik Barbarossa? In ieder geval was onze baarddragende Hugo om medische redenen niet beschikbaar als wedstrijdleider en dus speelden we in ieder geval niet om de zwarte baard van Hugo!
Volgens een opponent speelden we echter ‘om spek en bonen’, maar dat betekent ‘werken zonder er geld voor te krijgen’; je krijgt dan een eenvoudig, stevig maal. Nu hoorde ik dat onze tegenstanders na afloop een Italiaans restaurant hadden gereserveerd èn dat hun sterkste speler IM Piet Peelen een betaalde speler was! Hmm… kreeg hij er dan wel geld voor?
De wedstrijd
Johan was wedstrijdleider in plaats van Hugo en Michaël viel in voor Marieke.
Michaël vergiste zich in de opening en ging een pion verliezen, maar daar had hij geen zin in en maakte er een Lxh7+ offer van! Dat leek nauwelijks voldoende, maar gelukkig kreeg hij het voor elkaar om herhaling van zetten af te dwingen. Echter, hij vroeg aan mij wat de stand was (“Nul-nul”) en of hij voor remise mocht gaan (“Ga je gang”, zei ik) en vervolgens nam Michaël de remise niet en ging door met zijn aanval. Zijn tegenstander verblunderde even later zijn dame en gaf op! 1-0.
Vincent kreeg het voor elkaar om drie van zijn zwarte stukken op de tweede rij te krijgen en even later gaf zijn tegenstander op! 2-0.
Daarna duurde het lang voordat er uitslagen waren en was het voor mij als wedstrijdleider best druk met zes partijen die in tijdnood waren! Gaat er iemand door de vlag? Noteert iedereen wel? Ook stonden er veel toeschouwers (met name van de uitspelende club) voor mijn neus, waardoor ik pas later zag dat Pascals tegenstander niet noteerde. Pas na de 40e zet zag ik het en heb ik de speler zijn notatie laten bijwerken.
In deze tijdnoodfase ging Kees als eerste onderuit tegen IM Piet Peelen, een schijnoffer bleek geen schijn en de stelling was al niet fris meer, 2-1. Daarna was Wim aan de beurt die een ongelijksoortige materiaalverhouding had: Wim een dame, toren, loper en pionnen tegen twee torens, twee paarden, loper en pionnen. Als twee paarden + loper gelijk is aan een dame, dan stond Wim dus eigenlijk een kwaliteit achter, maar daar gaat het allemaal niet om: hoeveel activiteit heb je met je stukken? Het was een boeiend gevecht maar uiteindelijk verloor Wim zijn dame en gaf op, 2-2.
Toeschouwer Richard meldde mij dat Yvette gewonnen had, maar ik zag haar helemaal niet en ik vermoedde dat ze zelf ook nog niet wist dat ze gewonnen had. Even later zag ik haar tegenstander haar feliciteren met de overwinning. Overbelasting van de witte stukken bracht haar de winst. 3-2. Weer op voorsprong, het lijkt wel een thriller!
De tijdnoodfase bracht op de resterende drie borden nog geen beslissing. Allemaal er weer 30 minuten erbij en doorschake(le)n.
Herman had het lastig tegen zijn sterkere tegenstander, maar wist na afruil van zware stukken in een eindspel met ongelijke lopers eindspel terecht te komen, wat hij gemakkelijk remise hield. 3½-2½.
Guido had een paard gewonnen tegen een pion, maar zijn eigen paard zat in een vreselijke penning. Guido probeerde dat met stappentrucjes op te lossen, maar zijn jonge tegenstander kende ook stappentrucjes en het werd uiteindelijk wederom in tijdnood remise doordat Guido remise aanbood in een stelling waar eeuwig schaak mogelijk was. 4-3.
Pascal kon in tijdnood al winnen, ziet u het? Wit aan zet. Oplossing, zie partij.
Pascal miste echter de winst hier, maar in het eindspel won hij een pion en in een goede vermoedelijk gewonnen stelling ging zijn tegenstander door de vlag. Ik was resoluut en zei “Uw tijd is op!”. De tegenreactie “dat moet mijn tegenstander constateren”, riposteerde ik met “de wedstrijdleider moet het constateren!”. 5-3. Toch weer een mooie overwinning.
Als als als
Hiermee zijn we op de vierde plaats geëindigd. Hadden we dit seizoen kampioen kunnen worden?
Als ik mijn gewonnen stelling niet verblunderde tegen Leiderdorp en als we de winstkansen tegen VAS 2 (die kampioen is geworden) hadden gepakt en als we niet verloren hadden van degradant Kennemer Combinatie 3, ja, dan waren we waarschijnlijk kampioen geworden. Alleen tegen Fischer Z hadden we geen schijn van kans.
Volgend seizoen
Voor mij was dit de laatste wedstrijd als teamleider. Na drie jaar hou ik ermee op. Naast de interne competitie en de ledenadministratie en elke donderdag opruimen en afsluiten vind ik dat ik wel genoeg doe voor de club. Wie het gaat overnemen is nog niet bekend.
Johan Lindeman