Onderdeel van de jubileumviering was een speldjesregen. Ter gelegenheid van het jubileum is een inventarisatie gemaakt van langdurige lidmaatschappen. Bianca de Jong-Muhren reikte de KNSB-erespelden uit, bedoeld voor leden die langer dan 50 jaar lid van de bond zijn. Een overzicht van de oude en nieuwe gedecoreerden.

1. Peter Bomli, 76 jaar lid. Kwam in 1946 als zeventienjarige jongen schaken bij HSG, nadat zijn grootvader hem schaken had geleerd. Ontwikkelde zich tot een sterke clubspeler en vervulde vele bestuursfuncties binnen de club. Werd in 2000 benoemd tot erelid van HSG.
2. Ton Swart, 73 jaar lid. Besloot in 1949 actief te gaan schaken bij HSG nadat Botwinnik in 1948 het in Den Haag en Moskou gespeelde wereldkampioenschap won. Veroverde vier keer het clubkampioenschap. Vervulde vele bestuursfuncties bij HSG. Werd in 2005 benoemd tot erelid.
3. Henny van Oosterom, 72 jaar lid. De broers Joop (1937-2016) en Henny van Oosterom (1941) vormen een begrip bij HSG. Beiden waren sterke schakers. Joop is veel bekender dan zijn jongere broer, vooral door zijn rol van sponsor in de schaakwereld en ´suikeroom´ van HSG. Henny verhuisde decennia geleden al naar de Verenigde Staten, maar blijft het reilen en zeilen van ‘zijn’ club op afstand volgen.
4. Jan Stomphorst, 64 jaar lid. Erelid sinds 1987. Stelde in de toptijd van HSG het competitieteam samen en haalde als captain HSG vier landskampioenschappen. Was daarna een flinke periode bestuurslid van de KNSB.
5. Herman van Engen. Al 47 jaar lid van HSG. Schaakte voordat hij naar Hilversum verhuisde bij de schaakclub Groningen. Bij elkaar opgeteld ruim meer dan vijftig KNSB-‘dienstjaren’. Een bijzonder betrokken en actief lid: voorzitter, jeugdleider en -trainer, lid van de jubileumcommissie en wat al niet meer. Bovendien een van de sterkere spelers van de club, met vier clubkampioenschappen. Schreef een mooi boek over graaf Van den Bosch, ‘Bankier en schaker’.
6. Jan Nagel. Schaker en politicus (vooral bekend van Leefbaar en 50PLUS). In de laatste hoedanigheid vaak omgeven met reuring, zoals onlangs te zien was in de politieke dramaserie op tv over Pim Fortuyn. Bij HSG meer een stille kracht, die zijn netwerk aansprak om een ontwikkeling een voor HSG gunstige duw in de juiste richting te geven. Zoals bij het naar Hilversum halen van het Nederlands kampioenschap op het Mediapark, inclusief de eerste edities van het HSG Open. En eerder met het NK jeugd gedurende een periode van negen jaar.
7. Ernst Jos. Werd in 1970 lid van HSG. Onderbrak zijn lidmaatschap enkele keren, maar was in die periode wel lid van een schaakclub in de Utrechtse regio. Niet een lid dat zich op de voorgrond dringt. Trouw bezoeker van de clubavonden en hij speelde inmiddels heel veel wedstrijden voor HSG in de externe competitie. We zien Ernst de laatste jaren alleen op de club aan het begin en het eind van het seizoen. De reden: als pensionado overwintert hij in Spanje. Zoekt daar nog een schaakclub om goed in vorm te blijven. Door corona is het er nog niet van gekomen.
8. Wim van der Wijk. Was voor zijn tijd bij HSG, inmiddels 43 jaar, lid van vier andere schaakverenigingen. Als chef inkoop bier hanteert hij een uitgekiende strategie van ‘omrijdkratten’ om maximaal te profiteren van de flinke kortingen die de supermarktketens afwisselend bieden. Werd dit jaar tussen het sjouwen met volle en lege kratten door voor de vierde keer clubkampioen.
9. Rob van der Waall. Het is geen automatisme dat een schaker goed is in wiskunde, of andersom. Er zijn ook voorbeelden van goede schakers met een alfakant. Maar de bèta-vlieger gaat zeker op voor Rob van der Waall die al een uitgebreid schaakverleden had (Den Haag, Leiden en Nijmegen) voordat hij in 1977 naar het HSG kwam. Bij zijn promotie tot dr. In de wiskunde verdedigde hij de stelling dat “Het Siciliaans onspeelbaar is voor zwart.” Hij zal zelf vast met persoonlijke verliespartijen hebben ervaren dat die prikkelende stelling niet klopt, al heeft hij als witspeler fraaie zeges behaald na 1. e4 c5.
Tot zover de oude en nieuwe gedecoreerden. Of zoals voorzitter Mirko Lukács op de jubileumavond opmerkte: ‘We hebben nu genoeg erespelden om volgend seizoen een volledig gedecoreerd team te kunnen opstellen in de clubcompetitie’!




